Draadloze Bluetooth-technologie
Met behulp van Bluetooth-technologie
kunt u de telefoon met radiogolven
verbinden met een compatibel Bluetooth-
apparaat binnen een afstand van 10 meter
(32 feet).
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-
specificatie 2.0 + EDR met ondersteuning
voor de volgende profielen: algemene
toegang, netwerktoegang, algemene
objectuitwisseling, geavanceerde
audiodistributie, afstandsbediening voor
audio/video, handenvrij, hoofdtelefoon,
object push, bestandsoverdracht,
inbelnetwerken, servicedetectie, SIM-
toegang en seriële poort. Gebruik
uitsluitend de door Nokia goedgekeurde
toebehoren voor dit model als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit met andere
Bluetooth-apparatuur. Informeer bij de
fabrikanten van andere apparatuur naar
de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-
technologie, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de levensduur
van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Connectiviteit
>
Bluetooth
en voer de
volgende stappen uit:
1 Selecteer
Naam telefoon
en voer de
naam van uw telefoon in.
2 Als u Bluetooth-connectiviteit wilt
activeren, selecteert u
Bluetooth
>
Aan
. geeft aan dat Bluetooth is
geactiveerd.
3 Als u de telefoon met
audiotoebehoren wilt verbinden,
Maak het uw eigen telefoon 15
selecteert u
Vrb. mt audiotoebeh.
en
het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4 Als u de telefoon wilt koppelen met
een Bluetooth-apparaat dat zich
binnen het bereik bevindt, selecteert
u
Gekopp. apparaten
>
Nw app.
toevgn
.
Ga naar een gevonden apparaat en
selecteer
Toevgn
.
Voer een wachtwoord van maximaal
16 tekens in op de telefoon en sta de
verbinding toe op het andere
Bluetooth-apparaat.
Als u zich zorgen maakt om de beveiliging,
schakelt u Bluetooth uit, of stelt u
Waarnmb. telefoon
in op
Verborgen
.
Accepteer uitsluitend Bluetooth-
communicatie van personen die u
vertrouwt.
Pc-verbinding met internet
Gebruik Bluetooth-technologie om een
compatibele computer met internet te
verbinden zonder de PC Suite-software.
Op de telefoon moet een serviceprovider
zijn geactiveerd die internettoegang
ondersteunt, en de computer moet
Bluetooth PAN (Personal Area Network)
ondersteunen. Nadat u verbinding hebt
gemaakt met de dienst van het
netwerktoegangspunt (NAP) voor de
telefoon en u de telefoon met de
computer hebt gekoppeld, wordt er op de
telefoon automatisch een packet-
gegevensverbinding met internet
gemaakt.